Skip to content

Een moeder met pensioen

Als moeder met pensioen, hoe doe je dat? Anders dan bij andere beroepen, is er geen pensioenregeling, geen waarschuwing vooraf, geen pensioenopbouw, geen club van pensioenouders van zorg kinderen.

Van sturend, zoekend en helpend sta je als moeder aan de zijlijn met soms een hééél voorzichtig advies. Mijn manier als moeder is er één, maar alles kan op wel 1001 manieren. Voor mijn zoons de tijd om al die andere manieren uit te proberen en uit te vinden, hun eigen evenwicht te zoeken.  Als moeder wil ik universeel maar één ding: dat het ze goed gaat. Wat is dat dan “goed gaan”? Dat ze tijden in een dip belanden en niet gelukkig zijn, lijken vast te lopen en toch je handen op je rug houden en je tong in bedwang? Veel anders kun je niet, maar altijd gedragen door een diepe liefde en koestering voor hen. Wat ze bereiken moeten ze zonder mij bereiken, en daar trots op zijn. Ik kijk hopelijk glimlachend toe.

‘Als moeder wil ik maar één ding: dat het ze goed gaat’

Kramp
Mijn kramp zit ‘m in het feit dat ik nog steeds bang ben dat ze vastlopen, geen respons krijgen in de samenleving, geen eigen geld kunnen verdienen, geen eigen netwerk kunnen bouwen en een stempel krijgen op een manier die initiatief verlamt. De maatschappij is niet lief, mijn gevechten in hun opvoeding zijn te talrijk om te beschrijven. Niet omdat de voorziening er niet is, maar omdat maatwerk niet belangrijk wordt gevonden. Maar daarnaast: Nederland is ongelooflijk rijk, ik hoef alleen maar een spina jongere in Portugal op een plankje te zien rondrijden om dat te beseffen. Het soort plankje dat we hier een “hondje” noemen en bedoeld om zware meubelen te verplaatsen. Je vindt het mooi afgewerkt in de doe-het-zelf winkel voor 10 euro. De Portugese variant was in elkaar geknutseld van afvalhout met lang niet zulke mooie grote wieltjes.

Veel tinten
Niets is óf zwart, óf wit, er zijn veel tinten ertussen. Ja, Nederland is erg rijk én niet inclusief, uitsluiting komt nog heel veel voor, al lijken we zo tolerant. Hoe kijken we aan tegen mensen met een beperking, of die nu zichtbaar is of niet. Kunnen we in ieder mens de mogelijkheden zien of staat het onvermogen op de voorgrond als een lastige vlieg die er eigenlijk niet moet zijn? Zouden we in staat zijn om een “wij-cultuur te bouwen”, waarin in basis iedereen welkom is met zijn eigen mogelijkheden? Het is niet of-of, maar en-en. Nog steeds moeten ouders vechten om hun kind op regulier onderwijs te krijgen, is een indicatie afhankelijk van  één persoon in één regio, maar zijn er ook scholen die écht samen naar school realiseren, en zijn er indicatiestellers die écht zien wat nodig is en zich daar hard voor maken.

Soms heb ik hoop. Soms huiver ik.

Een beetje happy
Is het anders bij kinderen die geen beperking hebben? Ook die schuiven hun ouders immers naar de zijlijn, en dit is gezond, zoals het ook gezond is dat kinderen die een beperking hebben hun eigen weg gaan zonder inmenging van ouders. De kramp bij mij is gebaseerd op de te nemen hobbels om een doel te bereiken en een beetje happy te zijn. De juiste mensen die ze tegen kunnen komen om nét dat ene mogelijk te maken of te leren doorzetten Hun bagage is blijvend en verandert niet. De sfeer en tolerantie in de maatschappij kan zo’n lastigheid zijn.

Als ze maar niet uitgesloten worden. Als ze maar niet opgesloten worden in hun eigen handicap en de moed verliezen… Het maakt niet uit welke keuze ze maken, als het maar een keuze is die bij hen past, die bij hun levenslijn past.

Tijd en ruimte nodig
Mijn kramp is een tweede natuur geworden, omdat ik bovenmatig bergen heb moeten beklimmen en bovenmatig onrecht ben tegengekomen. Het lijf en hoofd hebben tijd en ruimte nodig om te ont-krampen. Mede-klimmers die mij begrijpen, zoals lotgenotencontact met andere ouders in de opvoedtijd ook zo’n onbetaalbare steun was.

Back To Top