Bij kinderen en volwassenen met spina bifida kan zowel de blaas- als darmfunctie verstoord zijn. De zenuwen die de aansturing verzorgen zijn meestal niet goed aangelegd.

Blaas

De blaas heeft normaal gesproken een opslagfunctie en een afvoerfunctie. Urine, afkomstig uit de nieren, wordt in de blaas bewaard (opslagfunctie) . Op het moment dat de blaas vol genoeg is, trekt deze samen en wordt de urine afgevoerd, totdat de blaas volledig leeg is (afvoerfunctie). De opslag- en afvoerfunctie van de blaas wisselen elkaar af en worden gecoördineerd vanuit het ruggenmerg.

Afwijking in het ruggenmerg verstoort deze coördinatie. Daardoor kunnen er problemen ontstaan met de aan- en afvoer van de urine. Als de urine niet goed kan worden opgeslagen, is er urineverlies (incontinentie). Je kind kan de urine niet ophouden of verliest steeds kleine hoeveelheden.

Problemen met de afvoer van urine kan leiden tot infecties van de blaas of de nieren. De druk in de blaas kan zo hoog oplopen dat de urineleiders en nieren zich verwijden.

Om de nierfunctie te beschermen wordt er vaak al op jonge leeftijd begonnen met katheteriseren van de blaas.
Blaasproblemen kunnen met medicatie behandeld worden. Ook zijn er operaties mogelijk die tot doel hebben een mogelijke continentie van de blaas, dus geen urineverlies meer, te realiseren alsook de bescherming van de nieren door een betere opslagcapaciteit.

Lees meer

Folder over katheteriseren
Strip voor kinderen over katheteriseren

Darmen

In het onderste deel van het ruggenmerg ligt het centrum waar de functie van de endeldarm inclusief de sluitspier van de anus wordt geregeld. Afwijkingen in dit deel van de wervelkolom leiden daarom tot problemen met de ontlasting.
Bij veel kinderen met spina bifida functioneert de sluitspier van de anus afwijkend. De kinderen hebben daardoor geen controle over het ophouden van hun ontlasting of het kwijtraken van hun ontlasting. Dat kan leiden tot incontinentie (de ontlasting komt er gewoon uit), obstipatie (verstopping) of beide. Als een verstopping (te) lang duurt kan dit overloop-diarree tot gevolg hebben. De dunne ontlasting baant zich een weg langs de dikke ontlasting die blijft zitten.

Behandeling voor zo goed mogelijk werkende darmen zijn:

  • een goed vezelrijk dieet
  • voldoende beweging
  • voldoende vocht drinken,
  • medicatie en colonspoelen
  • operatieve ingrepen