Skip to content

Punt

Mensen met een beperking zijn nooit ‘zomaar’ in beeld, zitten niet ‘gewoon’ in een talkshow of spelen een rol in een film, gewoon omdat ze een goede acteur of danser zijn. Ik erger me hier al een tijdje aan en zet daarom in deze blog een punt achter deze beeldvorming.

‘Ja hoor, daar heb je die gehandicapten weer, die hebben weer wat te zeuren!’ en ‘Jemig, hebben ze weer aandacht nodig?’ Het zijn opmerkingen die ik een tijd geleden las onder een interview met een jongen die in een rolstoel zit. Hij vertelde over zijn ervaringen in een winkel en op straat. Over wat er gebeurt als iemand hem zomaar ‘helpt’. Wat iemand beter zou kunnen doen als hij of zij iemand wil helpen die in een rolstoel zit. Maar het liefst zou hij zien dat mensen niet meteen aandacht besteden aan het feit dat hij een handicap heeft.

Herkenbaar
Veel van wat hij vertelt herken ik, heb een aantal situaties die hij omschrijft zelf meegemaakt. De opmerkingen onder het interview herken ik ook. Ik begrijp het wanneer mensen zo reageren. Hoe dat komt? Dit is vaak hoe iemand zonder handicap geconfronteerd wordt met gehandicapten. Niet alleen in programma’s op televisie, ook in de krant. Het zijn in de ogen van degenen die reageren mensen die zeuren en vragen om aandacht.

Bijna niet zomaar in beeld

Foto gemaakt door Evelyn Koelewijn.
Foto gemaakt door Evelyn Koelewijn.

Hoe het kan dat ik de reacties begrijp? Omdat ik ook niet vaak mensen met een handicap zomaar ergens in beeld zie bij een praatprogramma of dans- of talentenshow. Ook zijn we weinig te zien in series of films. Nou ja, het is niet helemaal waar wat ik zeg.
Bijna nooit zijn we gewoon publiek. We zijn wel in beeld, maar dan zijn we ook onderwerp.
In praatprogramma’s bijvoorbeeld als het gaat over toegankelijkheid. Dat is zeker zinvol als we de toegankelijkheid in de breedste zin van het woord nog verder willen verbeteren. Ervaringsverhalen moeten we wel blijven vertellen. Dan bedoel ik niet alleen over dit onderwerp, maar breder. Hoe wordt er tegen iemand met een handicap of iets anders wat zichtbaar is gekeken? Zie je een persoon of eerst dat wat ‘anders’ is en daarná pas een persoon?

Handicap centraal
In series en films zijn we onderwerp, omdat de gehandicapte een kleinere of grotere rol speelt in het verhaal. Als gehandicapte. Niet vaak wordt diegene interessant neergezet omdat hij of zij toevallig ergens heel goed in is. In iets wat totaal niet verbonden is met een handicap. Bij de Mis(s) Verkiezing (over de titel van het programma ga ik het maar niet hebben…) zijn we wél op een positieve manier in beeld. Daarin wordt benadrukt dat de handicap bij iemand hoort. Niet dat iemand die handicap ook ís. Maar ook in dat programma staat dé handicap centraal. De kijker ziet daardoor vaak niet de persoon achter “dat wat er te zien is”.

Mensen ‘waar wat aan te zien is’
In de tv- en filmwereld draait het vaak om mooie mensen. Bij theater ook.  Maar mensen “waar wat aan te zien is” zie je bijna nooit in beeld. Het hoeft niet per se iemand met een handicap te zijn. Wat vaker iemand met een wijnvlek of zichtbare brandwond in beeld zou ik bijvoorbeeld wel verfrissend vinden! Bovendien is dat ook een realistischer beeld.
Het komt wel eens voor, maar echt te weinig vind ik. Punt.

Film Mama Mia
Toch zag ik een paar maanden terug dat iemand met een handicap gewoon onderdeel was van het geheel. In de film ‘Mama Mia – Here we go again’ zit een scene waarin tijdens een ABBA – nummer een grote groep begint te dansen. Dat gebeurt nog al eens in de film, dus zó bijzonder is dat niet. Wat ik wél bijzonder vond: één van de dansers zit in een rolstoel en er is geen speciale aandacht voor haar. Ze heeft geen tekst en er wordt geen nadruk gelegd op het feit dat ze een handicap heeft. Ze is één van de dansers. Punt.

Mensen zijn niet hun handicap, wijnvlek of brandwond
Ander voorbeeld en misschien nog wel een beter voorbeeld: een paar weken geleden keek ik via Netflix een aflevering van Marcella, een Britse politieserie. Waar de aflevering precies over ging is niet zo interessant. In een paar scènes zijn ‘de grote baas’ van een groot productiebedrijf en zijn assistente in gesprek over een naderende grote crisis. Deze assistente is te zien in drie scènes en in de laatste scène valt het me pas op dat de vrouw geen rechterhand heeft. Dat zij haar rechterhand mist is helemaal geen onderwerp. Er wordt door andere personages geen aandacht aan besteed en ze zegt er zelf niets over. Het is gewoon zo. Mensen zijn niet hun handicap, wijnvlek of brandwond.
Die hebben ze. Punt.

Zomaar in beeld
Mijn ideaalbeeld: meer mensen die ‘iets’ hebben zomaar op tv en in een voorstelling in beeld voorbij zien komen. Als toneelacteur, figurant of simpel als publiek. Mensen wennen er denk ik dan aan dat er mensen zijn die ‘iets’ hebben maar ook gewoon iemand zijn. Iemand met een interessant verhaal dat niets met dat ‘iets’ te maken heeft. Punt.

Back To Top