Skip to content

Passend sporten?

Nog minder dan 2 weken te gaan voor de Langste Dag Challenge. Op 21 juni ga ik 300 kilometer fietsen voor het goede doel (CP Nederland (voorheen BOSK)). Ik heb hard getraind. Met dit jaar al 3000 kilometer in de benen en ruim 170 uur op de fiets, ben ik er wel klaar voor. Voor bloggen had ik helaas wat minder tijd. Maar hier ben ik weer.

Leven met een lijf met Cerebrale Parese is topsport. daar hoef je niet voor op de fiets te stappen om 300 kilometer te gaan fietsen. Als je besluit om dat wel te doen, dan kom je allerlei hindernissen tegen.

Om te beginnen: onbegrip. Op het eerste gezicht zien mensen niets aan mij. Ik moet ze dus uitleggen dat ik een lijf heb wat niet altijd doet wat ik wil en vooral wat dat betekent en waar ze rekening mee moeten houden. Mijn ervaring met de meeste wielrenners is dat ze het voor kennisgeving aannemen en er verder weinig rekening mee houden. Ik moet dus zelf mijn grenzen bewaken en op tijd aan de rem trekken. Als er iets is wat ik in de afgelopen maanden heb geleerd over mijzelf is het dat ik regelmatig bij mijzelf moet checken hoe ik erbij zit en of ik niet over mijn grenzen ga. Tijdens het fietsen is het heel verleidelijk om ‘achter de anderen aan te stormen’ en te vergeten waar het punt ligt dat ik me nog veilig voel op mijn fiets en controle en overzicht heb.

Andere praktische problemen waar ik tegenaan loop zijn bijvoorbeeld het eten en drinken op de fiets. Ik kan door CP niet even lekker rustig met twee handen van het stuur een banaantje pellen. Toch wil je op 300 kilometer ook niet voor elke hap of slok hoeven afstappen, dan wordt het een hele lange dag. Ik ben dus op zoek gegaan naar oplossingen voor het eten en drinken op de fiets. Zo heb ik in Duitsland een soort verlengslang gevonden die je op een bidon of frisdrankfles kan schroeven. Als je die slang bij je stuur laat uitkomen kun je je handen aan het stuur houden en toch uit je bidon drinken. Overigens moet de constructie nog getest worden.

Eten zonder handen is een stuk lastiger. Probeer het maar eens gewoon thuis, dat valt al niet mee. Even een handje van het stuur is onvermijdelijk. Ik ga een borstzakje maken op mijn fietsshirt zodat ik in ieder geval niet achter mijn rug in zakjes hoef te graaien. Verder zijn er handige frametasjes voor op je bovenbuis te koop. Handig voor je telefoon en sleutels, maar die van mij wordt gevuld met uitgepakte reepjes en snacks. Nou maar hopen dat het 21 juni niet te warm wordt, want dan wordt het een grote brij.

Over afstappen gesproken. Stijfheid. Of dat door CP of door ouderdom komt weet ik niet, maar na een paar uur op de fiets moet ik echt even rekken. Dat grijpt in feite weer terug op grenzen. Toen ik dit pas geleden voorlegde aan mijn revalidatie arts, was haar reactie: “Dat is dus je grens.” Oh, ok. Dacht ik toen.

Nu ik een aantal jaren op de racefiets zit en het fietsen in mijn eentje eigenlijk wel een beetje zat ben, groeit mijn behoefte om op zoek te gaan naar een gezellig, beetje ambitieus fietsclubje en dan loop ik tegen het probleem aan dat er eigenlijk geen passend clubje is. Vaak gaat het toch net te hard.

Eind april kwam ik terecht op de website van de Koninklijk Nederlandse Wieler Unie (KNWU). Het blijkt dat er maandelijks open paracycling trainingen georganiseerd worden op topsportcentrum Papendal in Arnhem. Aangepast wielrennen zeg maar. Laat Arnhem nou niet zo ver weg zijn. Dus ik ben daar een dagje gaan trainen. Er waren 3 mensen met een ‘gewone’ racefiets en 4 of 5 mensen met een handbike. Ondanks dat het een pittige dag was, kwam ik er heel blij vandaan. Er zijn meer mensen zoals ik die op een racefiets stappen! Feest der herkenning. Meer informatie over de open trainingen op Papendal vind je hier.

De laatste tijd kom ik op social media ook regelmatig een advertentie tegen van Uniek Sporten. Een initiatief van het Fonds Gehandicapten Sport, De Onderwijsspecialisten, NOC-NSF en het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Doel is om het sportaanbod voor mensen met een handicap te vergroten. Daar ben ik blij mee. Het blijkt namelijk vaak heel lastig te zijn om een sportvereniging te vinden waar je met een beperking welkom bent en zelf ook het gevoel hebt dat je niet constant op of zelfs over je grenzen moet gaan om de rest bij te houden. Altijd 200% moeten presteren om mensen zonder beperking bij te kunnen houden is slecht voor je zelfvertrouwen en bovendien slecht voor je lichaam. Overigens geldt dat niet alleen in de sport. Niet te vaak over je grenzen gaan is toch wel echt belangrijk, maar bovenal is het gewoon echt fijn als je er helemaal bij hoort en lekker mee kan doen.

Over 9 dagen zit ik op de fiets voor een ‘tochtje’ rond de provincie Noord-Holland. Sponseren kan nog steeds! Voor mij een extra steuntje in de rug om de tocht uit te rijden en voor alle andere mensen met CP een steuntje in de rug door het mogelijk maken van onderzoek naar- en nog betere behandeling van CP.

Ook een steentje bijdragen? Dat doe je hier!

Back To Top